VRAAG 5
WAT WORDT VERSTAAN ONDER DE TERM ‘GENOCIDE’?
Deze term verwijst naar een duidelijk omschreven misdaad, waarvan de definitie is vermeld in een internationale conventie die opgesteld is na de Tweede Wereldoorlog: de zogeheten ‘Conventie voor het voorkomen en bestrijden van de genocide misdaad’, geratificeerd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in haar resolutie van 9 december 1948 en welke van kracht werd op 11 januari 1951, een conventie die ook Turkije heeft ondertekend en geratificeerd.
In de conventie bestaat de definitie van de genocide misdaad ult drie elementen: Om te beginnen dient er een aparte nationale, etnische, raciale, of religieuze groep te zijn. Vervolgens dient deze groep blootgesteld te zijn aan bepaalde handelingen die opgesomd worden in de conventie. De “moord op leden van deze groep, en de geforceerde overplaatsing van kinderen in een groep naar een andere, en leden van de groep onderwerpen aan bepaalde condities die uiteindelijk hun fysieke vernietiging tot gevolg zullen hebben”,vallen binnen het bereik van de handelingen zoals benoemd in de lijst van de voorgenoemde conventie. Maar het derde element is het belangrijkste: er dient sprake te zijn van “een intentie om te vernietigen” van een deel of het geheel van de genoemde groep.
Deze essentiële beschrijving helpt een onderscheid te maken tussen genocide en andere vormen van doodslag, die het gevolg zijn van andere motieven zoals die zich voordoen ten tijde van oorlogen, opstanden, enzovoorts. Doodslag wordt genocide wanneer de latente of bewuste intentie van lichamelijke vernietiging gericht is tegen de leden van een van de nationale, ethnische, raciale,of religieuze groepen enkel en alleen omdat zij leden zijn van deze groep. Het concept van aantallen wordt alleen dan belangrijk wanneer deze geinterpreteerd kunnen worden als een teken van een dergelijke intentie tegen de groep. Dit is de reden, zoals Sartre reeds zei met betrekking tot het onderwerp genocide ten tijde van het Russell Tribunaal betreffende de Vietnam oorlog, waarom men de feiten objectief dient te bestuderen, dit teneinde te bewijzen dat zo een intentie bestaat, zelfs als het alleen maar impliciet is. (23)
Bir yanıt yazın